Jutvogels zijn kadootjes van de zee. Ze spoelen dagelijks aan op stranden overal ter wereld, verborgen tussen visnetten, touw, schelpen, zeedieren en wrakhout. De zee maakt van al dit materiaal een prachtige kluwen, die ik op het strand vind en mee naar mijn atelier neem. Daar gaan ze in bad, worden ze gedroogd en krijgen ze hun definitieve vorm, zodat ze kunnen schitteren. De zee doet het meeste werk, ik geef de kadootjes van de zee een podium.
Ik werkte 9 jaar geleden op de Galapagoseilanden voor het onderzoeksinstituut Charles Darwin. Daar fotografeerde ik veel zgn. “plastic stillevens des doods”, stukjes vloedlijn met natuurlijk materiaal en steeds ook weer plastic. Ik sprak over de human plastic print.
Inmiddels zie ik het anders, door goed te kijken en te combineren. Met haar creaties lijkt het alsof de zee wil zeggen: “Hier hebben jullie het weer terug. Ik heb geprobeerd er iets moois van te maken”. Natuurlijk wil zij liever niet al die rommel in haar territorium. Welk plastic deeltje van jou gaf de zee weer terug? Of werd het toch stiekem een Jutvogel?